Vijfheerenlanden
In het hoofdstuk Bestuurlijke ontwikkelingen is ingegaan op de ontwikkelingen met betrekking tot Vijfheerenlanden. Het huidige beeld is dat de kosten Vijfheerenlanden niet volledig afgedekt worden vanuit de prognose van de extra uitkering provinciefonds en opcenten motorrijtuigenbelasting.
Het geraamd beeld van de kosten, dekking en het geraamd tekort Vijfheerenlanden 2019 is als volgt:
Programma | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | Toelichting | |
Kosten | ||||||
Overige kosten VHL | ||||||
2. Landelijk gebied | 2.743 | 2.628 | 1.314 | 1.314 | Natura 2000, Nieuwe Natuur, Subsidies | |
3. Bodem, water en milieu | 422 | 422 | 422 | 422 | Hogere kosten RUD en Subsidies | |
4. Economie en energie | 26 | Subsidies, wegbewijziging | ||||
5a. Bereikbaarheid (excl. OV) | 1.481 | 1.481 | 1.481 | 1.481 | Onderhoud wegen en Merwedekanaal | |
5b. Bereikbaarheid Openbaar Vervoer | 1.740 | 1.740 | 1.740 | 1.740 | Busconcessie | |
6. Cultuur en erfgoed | 269 | 271 | 248 | 248 | Subsidies | |
Formatie | 1.022 | 847 | 847 | 847 | Incidentele en structurele uitbreiding | |
Totaal overige kosten VHL | 7.703 | 7.389 | 6.052 | 6.052 | ||
Totaal kosten VHL | 7.703 | 7.389 | 6.052 | 6.052 | ||
Dekking VHL | ||||||
Uitkering Provinciefonds | 1.935 | 1.935 | 1.935 | 1.935 | Berekening commissie Jansen | |
Motorrijtuigenbelasting | 2.494 | 2.494 | 2.494 | 2.494 | Berekening opgave Belastingdienst | |
Totaal dekking | 4.429 | 4.429 | 4.429 | 4.429 | ||
Overige kosten VHL | 7.703 | 7.389 | 6.052 | 6.052 | ||
Geraamd tekort kosten VHL | 3.274 | 2.960 | 1.623 | 1.623 |
De ramingen van de overige kosten, in 2020 totaal € 7,7 mln. en in 2023 € 6,0 mln., zijn nog niet definitief vastgesteld. Een aantal kosten is nog onderdeel van gesprek met Zuid-Holland zoals subsidies en onderhoud wegen en Merwedekanaal.
De verwachte extra uitkering uit het provinciefonds en de gevolgen opcenten Motorrijtuigbelastingen zijn geraamd op totaal € 4,429 mln. Dit bedrag is als stelpost opgenomen.
Wanneer de overige kosten definitief zijn wordt deze stelpost ingezet. Voor het verwacht tekort, nu geraamd in 2020 op € 3,3 mln. en in 2023 € 1,6 mln., wordt in de Begroting 2020 een voorstel van incidentele en structurele dekking gedaan.
Stelpost loon- prijscompensatie
Stelpost loon- en prijscompensatie | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Stand Begroting 2019 | 6.230 | 10.405 | 14.580 | 14.580 |
Mutaties: | ||||
Stijging werkgeverslasten 2019 | 591 | 589 | 589 | 586 |
Indexering partnerinstellingen | 162 | 162 | 162 | 162 |
Stijging werkgeverslasten 2020 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Toevoegen jaarschijf 2023 | 4.175 | |||
CAO 2019/2020 | 3.202 | 3.202 | 3.202 | 3.202 |
Stand Kadernota 2020 | 3.275 | 7.452 | 11.627 | 15.805 |
Tekort CAO 2019/2020 | 651 | 1.001 | 909 | 891 |
Stijging werkgeverslasten 2020 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Toevoegen jaarschijf 2023 | 4.175 | |||
Bijstelling in Kadernota 2018 | 1.651 | 2.001 | 1.909 | 6.066 |
In de begroting wordt voor ieder jaar een stelpost van € 4,175 mln. opgenomen voor prijs- en loonstijgingen. Dit bedrag wordt cumulatief opgenomen in de meerjarenraming. Uit deze stelpost wordt ook de indexering van de doel- en decentralisatie uitkeringen gecompenseerd.
De werkgeverslasten (premie's/inhoudingen enz.) stijgen in 2020 met € 0,59 mln. De indexering van partnerinstellingen bedraagt € 0,16 mln. en is verwerkt en toegelicht in de Voorjaarsnota 2019 in de programma's 2, 3 en 6.
In april 2019 is een CAO afgesloten voor de periode 2019/2020. De salarissen stijgen per 1 januari 2019 met 2,5%, per 1 juli 2019 met 1%, per 1 januari 2020 met 2% en per 1 juli 2020 met 1%. Voor 2020 is het financieel effect € 3,85 mln. De geraamde stelpost in de begroting 2020-2023 is niet toereikend om de financiële effecten volledig op te vangen. Een bedrag van € 3,2 mln. komt ten laste van de stelpost. Het restant van de stelpost dient beschikbaar te zijn voor de prijsstijgingen en indexeringen. Het tekort op de CAO van € 0,65 mln. drukt daarom op het begrotingssaldo. Tevens de stelpost verhoogd met € 1,0 mln. voor verwachte stijging van werkgeverslasten in 2020. Dit bedrag komt ook ten laste van het begrotingssaldo. Dit geldt eveneens voor de jaren 2021-2023
Omdat jaarschijf 2023 toegevoegd wordt aan de meerjarenraming komt de nieuwe stelpost voor dat jaar ten laste van het begrotingssaldo.